Thema Know Limits bijzonder actueel

Know Limits groeit razend snel. De organisatie werkt aan weerbaarheid van meisjes en vrouwen in onze regio. De vraag van kerken en scholen om met meisjes en vaak ook hun moeders te praten over grensoverschrijdend gedrag is enorm. Is het gedrag van jongeren veranderd, of kijken we er anders tegenaan? De vrouwen achter Know Limits, Lenie Kap en Harriët van Omme, zijn zelf ook nog op zoek naar het antwoord.

Groeiende vraag

Lenie Kap: “Vier jaar geleden begon het in de gemeente Ede met een pilot van 10 uur per week. De uitdaging was om in gesprek te komen over dit precaire onderwerp. Inmiddels zijn er bijeenkomsten in Lunteren, Wekerom, Ederveen, Otterlo, De Valk en Harskamp geweest. Maar ook in Barneveld, Apeldoorn en Amsterdam. We zijn enerzijds  blij met de groei die we doormaken anderzijds is de reden van onze groei helemaal niet goed,  het gaat immers over nare grensoverschrijdende ervaringen die meisjes en vrouwen meemaken.”

Weerbaar

Meningen en morele verontwaardiging hierover zijn er zowel op het internet als in kranten voldoende te vinden. Lenie Kap is daar minder mee bezig: “Wij helpen meisjes om weerbaarder te worden,  dat begint met groei in positieve zelfwaardering en duidelijke grenzen aangeven. Dit vermindert seksueel grensoverschrijdend gedrag. Daarnaast bespreken we wat meisjes concreet kunnen doen om te voorkomen dat ze tegen hun wil betast worden of verbaal worden aangerand. Zo maken we meisjes bewust dat het dragen van een te kort rokje de zintuigen prikkelt en dat dit vervelend gedrag kan uitlokken. Kleding is net als praten, een vorm van communicatie. Je mag natuurlijk alles zeggen, maar houd er rekening mee dat anderen jouw manier van uitdrukken anders kunnen verstaan dan jij hebt bedoeld.”

Daarnaast bespreken Lenie Kap en Harriët van Omme met meisjes wat ze kunnen doen als ze toch zijn lastig gevallen. “ Blijf er niet alleen mee zitten maar vertel het zo snel mogelijk aan iemand die jij vertrouwt. En als je niemand weet kun je ook contact met ons opnemen.”

Eigen schuld?

Harriët van Omme: “De vraag naar schuld is belangrijk, omdat schuldgevoel en schaamte ervoor kunnen zorgen dat slachtoffers blijven zwijgen over grensoverschrijdend gedrag.  We leggen meisjes wel eens de stelling voor: ‘Als je zelf een iets te kort rokje aan hebt, en iemand gaat over jouw grenzen, wie zijn schuld is het dan?’ Meisjes denken dan toch vaak dat het hun eigen schuld is. Terwijl dat feitelijk gezien helemaal niet klopt. Als iemand jouw huis binnengaat en iets steelt, dan is die persoon toch ook nog steeds schuldig, ook al was de achterdeur niet op slot? Het is nooit jouw schuld.”

Waarom nu al die aandacht?

Conflicten over seksualiteit zijn niet nieuw, er wordt al duizenden jaren voor gewaarschuwd. Waarom nu dan al die aandacht? Lenie: “Daar zijn meerdere antwoorden op mogelijk. We zien dat er wereldwijd veel zaken zijn die nu boven tafel komen, waardoor de discussie wordt aangewakkerd. Bovendien zijn jongeren veel online, daar gaan ze gemakkelijker over hun eigen grenzen heen.  Social media lijken vaak een vluchtig medium te zijn, maar ze kunnen onuitwisbare sporen achter laten.”

Online contacten kunnen ook het gedrag in het echte leven veranderen. Lenie“ Vorig jaar was in een van de dorpen een challenge waarbij meiden punten konden verdienen. Hoe intiemer de seksuele handeling was die ze deden, hoe meer punten ze kregen. Voor vreemd gaan kregen ze bijvoorbeeld heel veel punten, evenals seks hebben met iemand die ze amper tot niet kenden. Bij zo’n challenge merk je de enorme invloed van groepsdruk. Zonder die druk zou een meisje zoiets veel minder snel doen.”

Houdt onbekenden buiten de deur

Harriët: “Vrouwen en meisjes worden door vreemden via social media uitgenodigd voor seks. We horen ook dat veel meisjes van boven de 14 jaar wel eens ongevraagd een dickpic via social media hebben ontvangen. Samen met hen bespreken we wat ze kunnen doen om dit te voorkomen. Voeg geen mensen toe aan je social media als je hen niet kent. Beveilig je account. Laat iemand weten dat je niet van zijn gedrag gediend bent. En weet dat als je toch ongevraagd een dicpick toegestuurd krijgt, dat het ongevraagd versturen van dit soort plaatjes strafbaar is.”

Praten met jongens en mannen

Lenie: “Jongens en mannen zouden hier ook over in gesprek moeten. We zien vaak dat jongens zich in groepen anders gedragen dan wanneer ze alleen zijn. Stoer doen, elkaar aftroeven in spannend gedrag, maakt dat jongens in groepen vaak grenzen overschrijden die ze in hun eentje niet over zouden gaan. Vooral als er wat alcohol aan te pas komt, dan stijgt de testosteron en vervagen de grenzen.”

Met jongens praat je daar anders over dan met meisjes. Lenie Kap: “We denken ook dat wij dit niet moeten doen, maar onze mannelijke collega’s.  Er staan mannelijke specialisten in de startblokken, maar we zijn in de gemeente Ede nog op zoek naar budget om hen ook in te kunnen zetten.  En zolang jongens hun gedrag niet veranderen, blijft het moeilijk voor de meisjes. De boodschap die we aan ouders mee willen geven is ‘Laten we beginnen met naar ons eigen gedrag te kijken, om vervolgens onze kinderen hierin op te voeden en te beschermen, samen vinden we een weg.’”

Waar leg je de grens?

Lenie Kap: “Bij onze bijeenkomsten hebben we gemerkt dat jongeren in de praktijk aanlopen tegen de normen die ze mee hebben gekregen van thuis, school en of de kerk. Online of in het gewone leven maken ze heel andere dingen mee.  Voor hen spelen vragen als: ‘Hoe normaal is het dat ik lustgevoelens krijg als ik een leuk meisje of een leuke jongen zie? Kan ik dit zeggen of hem of haar dat laten voelen? Tot hoever kan ik gaan?’ Dat zijn vragen waar ouders vaak ook geen raad mee weten omdat zij dit op hun beurt ook niet hebben meegekregen van huis uit.”

De belangrijkste vraag op dit moment is: wie gaat de vragen stellen? Lenie Kap: “Het is gemakkelijk om te zeggen ‘Vaders en moeders  bescherm je dochters en voedt je zonen op.’ Maar de wereld zit complexer in elkaar. Wij hebben nog veel werk te verzetten. Maar nu we in het seizoen zitten waarin de dagen lang zijn en de rokjes kort, kunnen ouders zelf alvast beginnen elkaar en hun zonen en dochters een paar vragen te stellen.”